Opleidingsfonds wijkverpleging

Doel van het fonds

Doel van het fonds 

Het fonds is bedoeld voor het vergoeden van werkgeverskosten voor leerlingen (leerlingen Mbo-BBL/Mbo-certificaten/Hbo-V duaal) die gemaakt worden in 2024. Het gaat om leerling-werknemers die werken in de wijkverpleging (dus niet in een verpleeghuis). Dit fonds is in aanvulling op reeds ontvangen subsidies, andere fondsen en inkomsten uit gedeclareerde zorg, zodanig dat de werkgeverskosten worden gedekt. De insteek is kostendekkend opleiden.

Voor welke leerlingen vergoedt het fonds werkgeverskosten?  

Het fonds richt zich op de vergoeding van werkgeverskosten van leerling-werknemers, die een leerarbeidsovereenkomst hebben, zoals omschreven in de CAO. Leerling-werknemers zijn dus in dienst van een werkgever en volgen tegelijk een opleiding voor diploma of (deel)certificaat. We onderkennen de vier typen leerlingen.

De kosten die betrekking hebben op stagiaires vallen buiten de scope van het fonds.

 

Type leerlingen: 

We onderkennen de volgende vier typen leerlingen: 

1. Initiële instromer: 

(Gelijk na de middelbare school): Leerlingen < 21 jaar die vanaf de middelbare school instromen, een zorgopleiding volgen en ondertussen aan het werk zijn als leerling binnen een zorgorganisatie.

2. Zij-instromer: 

(Vanuit andere sector, niet zijnde de zorg): Leerlingen vanaf 21 jaar, die van buiten de zorg de zorg instromen, een zorgopleiding volgen en ondertussen aan het werk zijn als leerling.

3. Doorstromer:

(Bijvoorbeeld van niveau 2 naar 3): leerlingen vanaf 21 jaar, die al een zorgachtergrond hebben en daardoor al sneller inzetbaar zijn in de zorg. Het gaat om leerlingen die al een helpende, verzorgende IG of verpleegkundige opleiding hebben, een vervolgopleiding gaan volgen en hiermee dus weer leerling worden (en een leerarbeidsovereenkomst hebben afgesloten met de werkgever). Bijv. een verzorgende IG die een BBL-opleiding tot verpleegkundige niveau 4 gaat volgen.

4. Mbo certificaat leerlingen:

leerlingen die na afloop van de opleiding geen diploma ontvangen, maar een Mbo-certificaat. Deze opleidingen duren vaak een half jaar. In dit half jaar volgt de leerling lessen en zal hij/zij het geleerde in de praktijk moeten oefenen, voordat het afgetoetst kan worden. In aanmerking komen de volgende twee Mbo certificaten: OCW-erkend Mbo certificaat t.b.v. onderdelen niveau helpende 2, OCW-erkend Mbo certificaat t.b.v. onderdelen niveau verzorgende.